De ademhaling gaat helemaal vanzelf, daar hoef je niets voor te doen. Zo voorziet het ons van zuurstof. Maar wist je dat je de ademhaling ook bewust kunt gebruiken om je zelf tot rust te brengen?
Dit doe je door het beïnvloeden van je zenuwstelsel.
Met je inademing stimuleer je het actieve deel en met de uitademing stimuleer je dat deel dat zorgt voor ontspanning.
Het zenuwstelsel kent 2 onderdelen, ieder met een eigen functie. Het sympatisch zenuwstelsel staat voor activiteit en alles wat daar voor nodig is. Dit deel van het zenuwstelsel is ook actief bij stress. Je hartslag stijgt, bloedsuiker komt vrij en je maakt adrenaline aan. Klaar voor actie, vechten of vluchten.
Het parasympatisch zenuwstelsel heeft een tegengestelde werking. Het is actief bij ontspanning en rust. Je maakt andere hormonen aan, bijvoorbeeld dat wat nodig is voor voedselvertering en opbouw van je lichaam.
Om dat beter uit te leggen, volgt hier in
het
kort hoe dat werkt:
- bij stress ga je vaak wat dieper maar ook hoger ademhalen dan nodig is. Je stimuleert daarmee de aanmaak van stresshormonen, als adrenaline en cortisol. Als dit af en toe gebeurt is er niets aan de hand. Maar als je leidt aan chronische stress kan dit behoorlijk wat klachten opleveren. Denk maar aan hartkloppingen, gejaagd gevoel, beklemd gevoel, spanning op de borst, spanning in nek- en schouders, hyperventilatie, maag- en darmproblemen, vatbaar voor ziektes, geheugenverlies.
Er zijn veel mensen die van zichzelf niet merken dat ademhaling ontregeld is en bijvoorbeeld chronisch hyperventileren.
Je kunt dit patroon zelf beïnvloeden door minder diep of frequent in te ademen, of je uitademing wat te verlengen.
Door uit te ademen stimuleer je namelijk het parasympatisch zenuwstelsel, dat deel dat voor ontspanning zorgt.
Ook maakt het verschil door een lage buikademhaling te gebruiken. Dit geeft namelijk een signaal af naar je hersenen dat het veilig is.